Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 

“U heeft nog een uitgebreid verslag van deze dag te goed, het begon vanmorgen om negen uur ...............”
Hoor ik mezelf zeggen, als ik, zoals opgedragen, telefonisch verslag uitbreng aan mijn Meester. Was het echt pas twaalf uur geleden dat mijn avontuur begon? De enorme lading aan emoties, gevoelens en indrukken doen het een veel langere tijd geleden lijken.Ik ben ook zo moe nu. Ik herken de moeheid. Het is de moeheid van spanning afbouwen. Een intense hevige en alles overheersende loomheid. Die je gedachtes stroperig, en je ledematen 100 kilo zwaar maken.Elf uur geleden ben ik de deur uitgestapt. Exact negen uur, zoals de opdracht was. Twee uur ervoor was ik wakker geworden en had de spanning kunnen proeven. Het hing al in de lucht. De toon waarop mij te verstaan was gegeven dat ik mijn brievenbus in de gaten moest houden liet geen ruimte voor twijfel over. ‘Dit is serieus, neem het ook serieus’. En dat heb ik gedaan.

Ik heb geslapen tot 07.00 uur, gedoucht, haren gewassen, tanden gepoetst, nagels gelakt. Mijn haar, nog half vochtig in een lange vlecht gevlochten. Mijn lijf helemaal in een dure body- lotion gezet en er goed naar gekeken toen ik dat deed. Het ontspande mij en ik voelde me goed. In de spiegel kijkend was ik niet ontevreden.

Toen ik de trap afkwam zag ik de grote groene envelop in de brievenbus hangen.

08.30 uur; koffie gezet en een hard broodje oude kaas erbij gegeten. De groene envelop gesloten voor me op tafel. Eerst koffie en mijn broodje, dan is er plaats voor mijn opdracht van vandaag.

“Verlaat om negen uur stipt je woning en rij naar het station. Zorg dat je in elk geval een grote tas bij je hebt. Op het station ga je naar de kluisjes en open je de kluis waarvan het nummer overeenkomt met dat op het bijgevoegde sleuteltje. Wat in de kluis zit stop je in je tas; in de groene envelop die daar ook in ligt volgen verdere instructies.
Je liefhebbende Meester".

Ik kijk op mijn horloge, ik heb precies nog tien minuten om te vertrekken.
‘Een grote tas’, ik neem voor de zekerheid maar een weekendtas mee, mijmer ik wat voor me uit, dat vind ik groot. Waar heb ik dat ding gelaten ?
Ineens heb ik haast. Bordje en beker in de afwasmachine, de rest van de koffie zet ik uit, die laatste beker krijg ik niet meer op tijd naar binnen en op twee bekers houd ik het wel even uit. Snel naar zolder, ergens achter het schut tussen alle kampeer rommel, daar moet die tas zijn.
Ik heb geen idee wat me te wachten staat, maar ik heb ervaren de opdrachten van mijn Meester heel letterlijk en heel serieus te nemen. Dus die tas móet mee. Ik kijk op mijn horloge, shit nog maar vijf minuten, dat verrekte schut ook. Wanneer ga ik daar nu eens licht achter instaleren? En waarom klemt dat ding altijd zo verschrikkelijk. Ik trek in mijn haast alles wat me voor handen komt naar buiten en …ja hoor de tas zit er gelukkig ook tussen.
Ik laat de boel de boel, schiet twee trappen af, vis mijn jas van de kapstok, friemel me in mijn schoenen, pak de envelop mee, kijk op mijn horloge en zie dat ik nog precies 30 seconde heb op mijn ademhaling te reguleren voor ik de voordeur open doe. Niets is zeker op een dag als deze en de kans is heel groot dat ik strikt gecontroleerd wordt. Dus wil ik exact 09.00 uur de voordeur uitstappen zonder een wild overhaaste indruk te maken. Eerste deel gelukt. Ik slik en kijk nog even rond, voor ik definitief naar buiten stap.

Het ruikt fris buiten, een gewone alledaagse ochtend midden in de week. Ik kijk bewust niet rond maar loop gelijk naar mijn auto en stap in. Dan kan ik het niet nalaten even goed in al mijn spiegels te koekeloeren of er niet iets of iemand is die mij in de gaten houdt. Niets vreemds te zien in de straat. Ik start en rij naar het station. Ik duw op de knoppen van mijn radio maar kan geen station vinden dat aan mijn eisen voldoet dus duw ik de cassette in het apparaat. Bocelli klinkt.

Naar het station is niet ver en de weg is bekend. Af en toe kijk ik in mijn achteruitkijk spiegel maar ik zie niets vreemds achter me. Ach, misschien heb ik ook te hoge verwachtingen van mijn Meesters organisatie talent. En is er niets of niemand dat me volgt. En toch……..

Bij het station zoek ik het sleuteltje uit mijn jaszak, stap ik uit en loop de hal binnen. De kluisjes heb ik nooit gebruikt dus ik moet even puzzelen waar ik ze vinden kan en hoe ze genummerd zijn.
Ik kijk even de hoge holle ruimte rond en in een flits zie ik een aantrekkelijke blonde vrouw achter me naar binnen lopen. Ze kijkt even naar mij en loopt dan door, mijn ogen volgen haar, ze loopt de kiosk in en dan kan ik haar niet meer zien.
Ik verman me, concentreer je op je opdracht; het is belangrijk genoeg. De kluisjes heb ik gevonden, de nummering heb ik nu ook door. Het kluisje dat ik nodig heb is achter aan de rij. Ik steek het sleuteltje in het slot, sluit mijn ogen heel even en zucht even diep voor ik het open.
Voor me in het kluisje liggen…….spullen. Sommige zijn bekend, sommige zijn nieuw.
Als eerste herken ik de strokenzweep. Het kluisje ruikt ernaar. Zwart, zacht, soepel leer. Ik voel even aan het bewerkte handvat en streel met mijn vingers over de stroken. Ik voel hoe soepel het is en hoe stevig ook. Er loopt een heel klein rillinkje vanaf mijn stuitje over mijn rug omhoog. Ik heb hem eerder gevoeld; de strokenzweep; heel zachtjes en lief, heb ik hem toen gevoeld…….. Dan zie ik iets dat ik nog niet ken. Het is een ‘ding’ met een riem eraan. De toepassing kan ik wel raden. Ik vind het eng. Even bedenk ik me, dat een mogelijkheid zou zijn, om spullen hier achter te laten. Die kan ik dan later vandaag niet meer tegen komen.

Ik pak het ding vast en voel er even aan. Het blijft even eng.
Ik zucht en scheld mezelf inwendig uit: ‘Angsthaas, trut… stel je in godsnaam niet aan. Je weet dat je eeuwig spijt zult hebben als je afhaakt, al is het maar op een onderdeeltje. En je weet ook wie er achter deze spullen zit. Heb vertrouwen: het is je eigen Meester die dit voor je doet’
Mijn ogen dwalen verder; een blinddoek, dat is geen probleem, die is vertrouwd. Het donker achter een blinddoek kan erg rustgevend zijn en je erg op jezelf laten concentreren. Dan is er nog een sleutel en als laatste weer een groene envelop.

Ik lees het vervolg van de opdracht: :"Rij via de grote weg richting Rotterdam en stop bij het tweede benzinestation aan de rechterkant. Voor alle duidelijkheid: het grote BP-station bij kilometer paaltje 101. De sleutel die in de kluis ligt past op het damestoilet waarop een bordje hangt met "DEFECT".
Groetjes, je toegewijde Meester"

Snel kijk ik even het station rond en ik zie de blonde dame de kiosk weer uitstappen. Ik concentreer me nu op de spullen. Alles gaat in de tas; de zweep, de blinddoek en het ‘ding’. De envelop houd ik in mijn hand, de sleutel gaat in mijn jaszak. Snel terug naar mijn auto; vertrouwde omgeving. Ik start; vertrouwd geluid Bocelli. Dan trek ik op en voeg in, in het drukke stads verkeer.

Ik denk aan de spullen in de tas, en wat daar mee mogelijk is.
‘Is dit nou wel wat ik wil ? Is dit wat ik zoek en naar verlang ?’ Ik moet om mezelf lachen.
Jazeker, is dit wat ik wil, wat ik zoek en waar ik naar verlang. Deze spanning is uniek en geweldig. De stroken van de strokenzweep voel ik weer over mijn lijf, zacht en liefdevol. De duisternis achter mijn blinddoek, de sensatie van alles honderd keer beter horen, ruiken en voelen omdat mijn zicht is uitgeschakeld.
De rilling van zojuist herhaald zich, nu heftiger. Een kriebel die begint in mijn kruis en langzaam maar gedegen zijn weg zoekt naar mijn ledematen en hoofd. Ik zucht; heel diep en kreun een beetje en ik moet er zelf omlachen als ik het hoor.

‘Shit, opletten: tankstation!’ ik rem af en probeer me te oriënteren, kilometerpaaltje 101 staat me nog helder voor de geest. Nee, dat is niet hier. Trouwens het moest BP zijn. Door…. !
Bocelli moet omgedraaid worden. Ik doe dat routinematig. Zacht neurie ik een beetje mee. Die stem, die laat iets in mij trillen. Lekkere vent ook; Bocelli. Slim en knap én hij heeft een stem.
‘Ah, jah some guys have all te luck’. Ik moet grinniken als ik het bedenk. Bocelli zal nooit de sensatie van het uitschakelen van zijn gezichtsvermogen kunnen ervaren. Is dat nu een gemis, of juist niet. Is hij geworden wie hij geworden is ondanks of dankzij zijn handicap?
Mijn gedachten dwalen terug naar het ‘ding’. Waarom nu iets nieuws invoegen ? Ik ken het antwoord al: juist nú iets nieuws invoegen. Spanning, daar gaat het om. Spanning, respect en vertrouwen.
En toch vind ik het eng.

Het volgende tankstation dient zich aan. Deze moet het zijn. BP kilometerpaaltje 102 kan niet ver van kilometer paaltje 100 zijn dus uitvoegen maar. In een rustig gangetje sukkel ik door naar de parkeer plaatsen. Ik parkeer recht achter een enorme truck. Links van mij, aan de andere kant van de weg de, altijd onsmakelijk ogende, W.C’s van het benzine station. Dat ze daar niet een nette oplossing voor verzinnen.
Zo kan het ook, bedenk ik me, als ik een chauffeur in de kant zie staan piesen. Gelijk heeft ie, daar loop je minder risico op enge ziektes.

Ondanks mijn spanning moet ik lachen. Mijn Meester heeft een voorkeur voor illegale plaatsen waar hij sleutels van weet te versieren. Toch eens uitvogelen hoe hij dat doet. Op een van de W.C.’s hangt inderdaad het bordje "DEFECT". De sleutel past probleemloos en ik stap naar binnen. Shit, het is donker. Niet helemaal donker, maar weer eens genoeg om mij met blindheid te slaan,voor een half minuutje. Ik hoor iemand anders naar binnen komen, ik hou me heel stil. Ondertussen kan ik weer zien. Hier liggen vertrouwde attributen: kousen, schoenen, handboeien. Alles gaat in de tas. En weer een envelop, ik zoek een strookje zonlicht en lees:

"Bij deze brief ingesloten vind je een reservering voor een hotelkamer in Rotterdam, de naam van het hotel en het adres staan op die reservering, dus weet je waar je moet zijn! Alvast een kus in je nek, omdat je zover gekomen bent.
je Meester"

Een beetje narrig lees ik de laatste zin: ‘dat ik zover gekomen ben’
‘Tsssss. Jajaja, ik ben een beetje platina blonT af en toe maar tot nu toe was het niet al te ingewikkeld.
Mijn akelige Meester. Met zijn enge spullen. En zijn raadseltjes. En zijn opdrachten. En zijn dwingende duwen tegen wat ik eigenlijk wil, maar niet wil weten,…. soms,…… meestal,……. vaak’.
Ik gooi de deur van de ‘defecte’ wc, te hard, open en kijk, door de openstaande buitendeur recht naar het weglopende achterhoofd van een blonde, verrek is dit nu wel zo toevallig, dame. Ik kijk haar na tot ze uit mijn beeld verdwijnt.

Nu ik hier toch ben, kan ik gelijk even plassen. Rotterdam is nog even weg en ik moet echt. Ik loop een niet ‘defecte’ W.C. in en laat, als ik mijn slipje naar beneden heb gedaan, even mijn hand tussen mijn benen glijden. Net wat ik dacht, glimlach ik vergenoegd. Er is niet zoveel voor nodig om mij lekker op te warmen, spanning genoeg om opgewarmd door te worden. Ik speel met mezelf als ik plas. Lekkere sensatie en niemand die me dat nu nog afnemen kan. Zo, handen wassen en terug naar mijn auto. Als ik buiten stap kijk ik scherp rond. Maar er is niets geen blond’s meer te bekennen. Een meeuw vliegt krijsend over. Ik hou van dat geluid. Dat is vakantie, het wad en de zee.

Op weg naar Rotterdam dan maar. Ik ben Bocelli zat en zoek even naar een eigenhandig opgenomen bandje met van alles wat. Bandje in de cassetterecorder en rijden maar weer. Ik heb geen haast. Het is druk en ik heb de tijd. Nergens wordt meer over tijd gesproken: 09.00 uur was dwingend, nu zijn er geen tijden meer. In Rotterdam zal ik ook nog wel moeten zoeken. Ik ben niet bekend in die stad. Ik hoop dat ik ergens parkeren kan. Ik overdenk nog een keer de inhoud van mijn weekendtas. Bij alles voel ik prettige rillingen over mijn lijf kriebelen. Zelfs dat ‘ding’ lijkt een beetje minder eng nu.

Het was niet zo erg ingewikkeld om het hotel te vinden. Parkeren was geen enkel probleem, als gast van het hotel. Dat mag ook wel, het zal ongetwijfeld een godsvermogen kosten om hier een kamer te huren. Wow, wat een entourage. Ik kijk naar het gebouw: statig en mooi. De ontvangsthal is van het zelfde kaliber; hier hoor en voel en ruik je ‘chique’. Dit bevalt me uitermate. Ik kijk even rond en ben eigenlijk niet eens meer verrast als ik aan de andere kant van de hal een blonde vrouw zie zitten. Dan kijk ik verder, zoek de balie van de receptie en loop er heen.

“Ik heb een reservering voor de kamer met nummer 43”
zeg ik tegen de keurig verzorgde baliemedewerker. Tot in de puntjes, wedden dat zelfs zijn schoenen glimmen als spiegels. Hij rommelt wat met papieren, ik moet een handtekening zetten in het boek, daarna geeft hij mij de sleutel.
"Er is ook nog post voor u, mevrouw" zegt hij, met een beschaafde, accentloze stem en overhandigd mij een groene envelop. “Pas op de kamer open maken” staat erop. Ik kijk nog een keer rond in de hal. Wat een prachtig gebouw. Het blonde hoofd zit er nog. Het boeit me verder niet. Ik ga op zoek naar ‘mijn’ kamer en me concentreren op wat er komen gaat.

"Lees deze brief eerst helemaal door voor je de taken uitvoert"
Oh, god, mijn Meester dekt zich weer in tegen mijn platina bond(T)e aanvallen, hij kan me niet narriger krijgen en hij weet het.
"In de kast bij het grote raam vind je nog iets.
Verder moet je het volgende doen:
1. Geheel uitkleden en je kleren netjes opvouwen en in de kast wegbergen, dit controleer ik streng.
2. Een douche nemen en eventueel overtollig schaamhaar weghalen; kijk in dezelfde kast bij het grote raam.
3. Dan trekje het roodgekleurde korsetje aan, dat in de kast lag. Daarna de kousen en de schoenen.
4. Op het bed leg je de zweep , de vier knijpers die je ook in die kast vindt, de balgag, alles in een nette rij.
5. Dan doe je de blinddoek om, niet helemaal nog.
6. De handboeien doe je om de polsen terwijl je, je handen voor de buik houdt, en klikt ze vast.
7. Tenslotte doe je de blinddoek geheel voor je ogen, en wacht, staande op wat er komen gaat.
Als je handboeien weer losgemaakt zijn, tel je hard op tot honderd, en na de honderdste tel is t spel afgelopen. Stopwoord is "Genade" en als je mond gesnoerd is, kun je het spel stoppen door je rechterbeen op te trekken. Vergeet niet alle attributen mee terug te nemen naar huis. Voor je dit alles doet, draai je de deur op slot en haalt de sleutel eruit.
Ik hoor vanavond wel van je wat er allemaal met je gebeurd is.
je Meester."

Dit is het dus.
En dan vliegt de paniek me naar de keel: “dit kan ik niet, dit durf ik niet, dit is veel te veel, te eng, te dichtbij, te bedreigend.”
Ik kijk onzeker de kamer rond. Ook deze is van alle luxe voorzien, mooi ruim. Ik laat mijn tas op de grond zakken, leg de instructies van mijn Meester op het bed en loop even door naar de badkamer. Wow….. ik zou willen dat ik dit thuis had. Ondanks mijn angst moet ik glimlachen. Wat een poep-chique bende hier. Dat bad…… Dan loop ik verdrietig terug naar de slaapkamer en laat me achterover op het bed vallen. Heel comfortabel. Dit bed is gemaakt om de liefde in te bedrijven, niet om griezelige, niet leuke, spelletjes op te spelen.

Ik sluit mijn ogen en concentreer me even. Terugtellen van 10 naar 0………En dan: optellen van 0 naar 10.
Sterk, ben ik. Sterk, voel ik me. Sterk en blij en vol vertrouwen en vol zelfvertrouwen.

Waar zijn mijn instructies ? Ik lees ze nog een keer door. Ik moet nu grinniken omdat “overtollig” schaamhaar. Dat is niet veel, maar ik begrijp de bedoeling: alles is te veel.
Rood korsetje, dat is nieuw en helemaal leuk, eerst even kijken. Ik vind het inderdaad in de kast. Ik heb zo mijn bedenkingen: daar pas ik niet in. Maar mogelijk is dat nu ook juist weer precies de bedoeling. Ik bedenk me vergenoegd dat ik weer geen tijd heb mee gekregen. Mijn Meester moet zich nu aanpassen aan mij en ik heb alle tijd. Ik ga hiervan genieten.

Uitkleden, geen probleem. Ik gooi alles op een demonstratieve hoop op de grond. Trui, t-shirt, bh, sokken.
Vier hoog, even kijken of ik hier ongezien rond kan sjokken. Ik constateer tevreden dat er geen gluurders mogelijk zijn op dit niveau. Ik trek de gordijnen zo ver mogelijk open en de zon valt vol naar binnen. Zo, nu mijn zwarte spijkerbroek nog, knopen los, slipje neem ik gelijk mee naar beneden.
Ik pak de schoenen, kijken of ik daar in pas. Prachtig, of ze met de hand voor mij gemaakt zijn. Ze zijn mooi en zacht en passen perfect. Ik loop even naar de badkamer, even naar mezelf kijken, met niets als een paar schoenen aan en mijn sieraden aan. Grappig.

Eerst maar die hoop opruimen.
Heel precies vouw ik al mijn kleding op twee keurige strakke stapels en leg deze in de kast.
Slipje en bh ieder boven op een stapel.

Douchen.
Ik pak alle spullen en loop, nog steeds met alleen mijn schoenen aan naar de badkamer. Ik kijk even naar het bad, maar de opdracht is douchen. En dat is eigenlijk ook niet vervelend. Wat een mooie douche. Er zijn verschillende mogelijkheden zie ik. Water kan van alle kanten komen en de water temperatuur is met een drukknopje regelbaar. Eerst scheren. Als alles mooi glad is stap ik vergenoegd onder de douche. Mijn haren hou ik droog. Als ik alle mogelijkheden van dit douche-paradijsje heb uit geprobeerd stap ik er onder vandaan en droog me zorgvuldig af met een zacht ruwe wit badlaken van het hotel. Ik ben netjes van mezelf afgebleven. Ik ben opgewonden genoeg, en voel me lekker nu.

Korsetje, kousen, schoenen.
Eerst de kousen maar. Ik doe mijn enkelbandje af en leg dat op de plank naast mijn kleren. Dan friemel ik me heel voorzichtig in de ragdunne kousen. Deze passen natuurlijk ook perfect. Het brede elastische gedeelte om mijn dijen knelt niet, blijft comfortabel zitten en het staat heel mooi. Breed zwart kant wat een centimeter of tien á vijftien onder mijn billen en kruis eindigt. Ik doe direct mijn schoenen weer aan. Die horen erbij.
Dan het korsetje. ‘Nou, mijn Meester heeft zich vreselijk in de maat vergist óf hij wil een sensationeel beeld op mijn naakt’...... Denk ik, als ik, het gevalletje beetpak. De vetersluiting zit aan de voorkant, dat is wel zo gemakkelijk als je alleen bent. En als ik het aan heb, loop ik naar de badkamer. Daar zijn twee grote spiegels zo geplaatst dat je jezelf aan alle kanten kan zien.
Ben ik dat?, ik staar er, zelf een beetje verlegen, naar: het past niet, naar mijn idee.
Het is prachtig! denkt mijn Meester; weet ik heel zeker.

Zweep, knijpers, balgag.
De zweep haal ik uit de tas vandaan. Ik laat hem door mijn handen glijden. Het blijft een sensationeel gevoel. Ik vind hem mooi, de stroken laat ik even slingeren en ruik er nog een keer aan. Dan leg ik hem netjes op het bed.
De knijpers pak ik uit de kast. Vier stuks, ik ben daar: wel, niet, wel, niet, wel blij mee. Maar het is spannend.
En dan het ‘ding’. Ik ga even op het bed zitten en bekijk hem helemaal. Alles even aanraken en checken. Proberen ook. Dat hoort ongetwijfeld in je mond. Dat doe ik ook. Het voelt minder eng als het eruit ziet. Even vastmaken en naar de spiegel. Raar. Beetje minder eng maar nog steeds raar.
Ik leg hem bij de knijpers en de zweep op het bed. Een keurig strak, Mondriaan-achtig rijtje zo.

Blinddoek en handboeien.
De blinddoek zet ik op mijn voorhoofd, de handboeien klik ik vast zonder er verder over na te denken. Er is geen tijd meer voor bedenkingen nu. Ik ga het ervaren. Ik ken de stopwoorden en tekens en ik heb grenzeloos vertrouwen in mijn Meester. Ik ga op de rand van het bed zitten en schuif de blinddoek voor mijn ogen. De opdracht was: ‘staande wachten op wat er komen gaat’ maar geblinddoekt langere tijd op een paar hakken staan is niet eenvoudig voor mij en ik wil me nog even kunnen ontspannen.

Het is vertrouwd donker achter mijn blinddoek. Ik luister naar de geluiden en hoor eigenlijk niets. Vier verdiepingen lager rijdt het verkeer door de straat, een vliegtuig gaat over, verder hoor ik niets dan stilte.
In alle rust en vertrouwen tel ik weer af van 10 naar 0. Ik besluit ook niet meer op te tellen voor mijn handboeien weer losgemaakt worden. Probeer mijn denken uit te schakelen en alleen mijn voelen actief te laten zijn…. en wacht op wat er komen gaat.

“Moet ik verder vertellen Meester?” vraag ik door de telefoon.
“Waarom vraag je dat………” hoor ik hem fluisteren.
“Vanaf dit moment was je erbij” Ik wéét dat mijn Meester er was. Ik heb het gevoeld vanaf het moment dat ik de sleutel in de deur hoorde. Ik vraag om zijn bevestiging terwijl ik weet dat ik die nu niet zal krijgen.
“Vertel verder!” is het enige dat hij op dwingende toon loslaat.

Ik hoor de sleutel in de deur en rustig ga ik staan. Benen iets gespreid, handen voor mijn buik, hoofd trots omhoog. Mijn oren staan op scherp, mijn voelen is heel intens. Ik voel geen angst nu, alleen opwinding, vertrouwen en spanning.
De deur hoor ik open gaan en iemand komt binnen stommelen. De deur gaat weer dicht en even hoor ik niets. Dit is raar. Ik ben in verwarring nu. Ik voel de aanwezigheid van mijn Meester. Daarvoor hoeft hij zich niet te laten horen, zien of voelen. Ik weet dat hij er is. Maar er is nog iets, iets wat ik niet plaatsen kan. Dan ruik ik een heel vrouwelijk parfum en dringt het tot me door; hij is niet alleen!

Een milliseconde voel ik paniek door mijn lijf schieten, dan is het weer weg. De aanwezigheid van mijn Meester geeft me vertrouwen. Een rilling kriebelt over mijn rug.
Iemand pakt mijn handen, bevestigd een ketting aan de boeien. Ik hoor het rinkelen van metaal en dan worden mijn handen boven mijn hoofd getrokken. Ik moet iets strekken en ik sta vast.Mijn handen zweten en ik begin onregelmatiger adem te halen.

Plots voel ik twee handen op mijn borsten. Zacht en teder zijn ze. Mijn hele lijf is strak gespannen en gevoelig. De aanrakingen ervaar ik heftig. Kneden, optillen en loslaten, een paar keer achter elkaar. Tot mijn verbazing hijg ik er bijna van. Ik denk helemaal niets, ik voel alleen maar en ik laat me gaan. De handen pakken nu mijn tepels. Het doet zeer, een simpele zachte aanraking doet zeer. Ik voel het tot mijn benen door schieten, een snerpend gevoel, vingers pakken, rollen en trekken iets. Onwillekeurig kreun ik. Ik hoor het zelf en schrik ervan.
Iemand knielt voor me, ik hoor het, ik voel het.

De vingers masseren door en ineens wordt er iets hards en knellends op mijn tepel gezet. Het doet verrot zeer, een geluid ontsnapt mijn keel en te gelijkertijd geeft het een prikkelende sensatie door mijn hele lijf. Een knijper besef ik als ik weer even denken kan.Een tweede paar handen beginnen mijn billen te strelen, te kneden.
De tweede knijper komt minder onverwacht, het zelfde gevoel maar ik schrik er nu niet zo van.
Een mond zoent en likt mijn dijen, boven mijn kousen traag naar omhoog.

Handelingen volgen elkaar snel op, gevoel overstemd mijn denken totaal en mijn lijf gaat zijn eigen leven lijden. Ik laat het gebeuren, ik ben niet bang, ik ervaar alleen maar. Sensaties van pijn en genot vloeien samen. Pijn versterkt genot, het prikkelt en ik ben nog nooit zo opgewonden geweest.
Een zachte tong likt over mijn kutje en bewerkt mijn clit.
Hard en zacht gevoel wisselt elkaar af en vloeien samen tot ene ervaring van sensaties en ervaren.

Iets hards en klemmends op mijn schaamlip. Ik schrik me wezenloos en trek terug. Het doet zeer, het is lekker. Ik kreun onwillekeurig geef ik uiting van mijn pijn. Zachte mond en tong. De tweede komt nu ook voorbereid, het is vreselijk lekker en doet zeer. Ik kreun diep van genot en gevoel nu.
Dan is ineens alles weg. Ik sta los van iedereen en ervaar alleen mijn eigen lijf. Iemand fluistert zacht iets, loopt om me heen en gaat achter mij staan. Twee handen op mijn billen. Ze knijpen stevig, het voelt lekker.

Mijn vlecht wordt vastgepakt en mijn hoofd dwingend, maar niet hard, achterover getrokken. Ik voel een warme zachte mond op de mijne maar voor ik echt reageren kan is ie al weer weg.
Ik voel de stroken van de stroken zweep over mijn billen glijden en dan wordt het handvat tegen mijn mond geduwd. Ik pak de zweep met mijn mond aan en even sta ik zo. Ik weet dat ik zo de zweep ga ervaren, maar niet als eerder. Niet zacht en teder, maar hard en fel. Het idee wind me nog meer op.

Iemand knielt weer voor me, ik voel een zachte tong over mijn clit. Twee handen verwijderen de knijpers van mijn schaamlippen en als ik had gedacht dat plaatsen zeer deed, weet ik nu dat er afhalen zo mogelijk nog pijnlijker is. Als het bloed weer gaat circuleren in de afgeknelde stukken springen de tranen in mijn ogen en bijt ik venijnig op de stroken zweep. Dan voel ik gelijk die zachte mond weer die me likt en streelt, de combinatie is uniek, en zwaar ademend voel ik de sensaties door mijn lijf stromen. Dan kom ik weer bij. De stroken zweep wordt uit mijn mond gepakt en ik voel een warme, andere, hand op mijn kruis.

Het voelt warm, zacht en liefdevol.

Weg is de hand en in plaats daarvan tikken nu de stroken van de zweep tegen mijn kruis. Ik schrik me rot en probeer, te vergeefs, terug te trekken. De tweede klap komt aan; iets minder onverwacht en ik voel het door mijn lijf denderen en ik kreun.

Van schrik, van pijn maar vooral van genot.

De volgende slagen verwacht ik, pijn wordt volledig overschaduwd door genot, ik kan alleen maar ervaren en erop reageren met mijn lijf, met mijn ademhaling, met mijn stem. Ik hoor mezelf kreunen en grommen. Ik heb het vreselijk heet en ben totaal van de wereld van de bloedgeile opwinding. Ieder besef van tijd en tijdsduur ben ik kwijt. Ik weet niet hoeveel keer ik geraakt ben, ik weet alleen dat het sensationeel voelen is.

Dan is het over, en krijg ik weer zachte sensaties te ervaren. Weer een mond, die me prikkelt en stimuleert. De afwisseling tussen hard en zacht zijn heel bijzonder. Alles versterkt elkaar. Pijn is weg, genot regeert.

Mijn billen worden weer gestreeld, vier handen maar niet voor lang. Kort daarop voel ik een venijnige slag met de zweep op mijn bil neer komen. En dan afwisselend de ene en de andere bil.
Ik besta niet meer, ik voel alleen nog maar. Hard, zacht; de wereld is weg, alleen ik en mijn gevoel.
Ik kreun, bijt mijn tanden op elkaar om niet hardop te kreunen of te gillen.
Er kriebelt van alles langs mijn rug en tussen mijn benen. Zweet besef ik vaag. Ik sta te zweten als een mijnwerker.
En steeds op het moment dat de pijn écht de overhand gaat krijgen, is het over en is er weer die zachte strelende mond die mijn genot steeds op een hoger plan weet te duwen.

De knijpers worden van mijn borsten afgehaald: pijn.
Even niets en dan weer die mond, die verlichting brengt.
Ik hijg zwaar, ik kreun hard en diep.

Dan voel ik het balletje tegen mijn lippen. Instinctief doe ik mijn mond open. De riem wordt vastgemaakt, geluid kan ik amper meer produceren nu en dat is een bevrijding. Het laatste restje denken wordt me ook overbodig gemaakt.
De slagen op mijn billen worden hervat, evenals de tedere strelingen er tussen door. In mijn lijf is het ene brei van ervaringen en sensaties. Het voelt zo geweldig, uniek, vreselijk, zeer en lekker.

Het is geil.

Een warme grote hand tussen mijn benen. Zweet en opgewonden vocht lopen tussen mijn benen naar beneden, een mond die likt lang en intens. Een mond die verlichting en verzachting brengt.
Sensaties van genot trekken door mijn lijf. Ik kan en wil me niet beheersen. Rillingen vanuit mijn kruis naar mijn armen en benen en hoofd.
Dan is de hand terug, een vinger glijdt tussen mijn billen door mijn bilnaad naar mijn kutje.
Dit wordt me bijna te veel, ik kreun diep en hevig.


Als de vinger in me glijdt voel ik de wereld vergaan. Alles is strak en tot het uiterste gespannen.
Als vervolgens de zweep mijn billen weer venijnig raken vermengen mijn pijn en genot sensaties zich tot een geweldig orgasme. Ik voel me komen, heel diep, heel lang, heel intens……..
Gevoel dat door me heen schiet, een sensatie als nooit te voren. Ik weet het zeker; ik sterf, nu en hier.
En ik ervaar het als geweldig, heftig, mooi, lekker, onvergelijkbaar en het duurt…...
Mijn mond wordt bevrijd en ik voel mijn Meesters mond op de mijne. Ik wil hem alsnog meenemen in mijn gevoel, ervaring en sensaties. Ik zoen hem hongerig en hijgend terug. Hij slaat twee armen om me heen en laat me even bijkomen. Langzaam komt de wereld in gewone verhoudingen terug. Nog even kust hij me, rustig en bedaart. Dan hoor ik een klik die mijn handboeien los doet schieten, gevolgd door het dicht gaan van de kamerdeur.
Ik weet; ik ben weer alleen.“En toen, ………?” “En toen, niets meer Meester. Toen ben ik een uur in dat geweldige bad gaan liggen met te veel badolie en de jacuzi op de hoogste stand. Daarna heb ik me aangekleed, heb alle spullen in de tas gedaan en ben naar huis gereden.”
De korte droge klik gevolgd door het tuut-tuut-tuut laat me weten dat de verbinding is verbroken.
Innig tevreden duik ik, extreem vroeg, mijn bed in.

Plaats reactie


Beveiligingscode
Vernieuwen