Haar ogen gesloten.
Vingers aan haar tepels. Langzaam bewogen ze zich. Zo opwindend.
Ze droomde dat ze vrijde. Met Mahmed, Sheikh Mahmed ben Bar. Of was het met Achad. Met Achad? Met Achad!
Ze opende haar ogen. Ze droomde niet. Integendeel. Ze hing nog steeds aan het plafond. Zolang ze niet bewoog, bleef de pijn in haar polsen op de achtergrond. Haar benen waren nog steeds wijd gespreid. Met haar tenen voelde ze de vloer zonder er op te kunnen rusten. Maar zien deed ze niets, niets anders dan de lege kamer.
Maar de vingers op haar tepels waren er wel degelijk. Hij stond achter haar. Ze hoefde hem niet te zien. Ze mocht haar ogen weer sluiten. Zich overgeven aan zijn vingers. Heerlijke vingers. Subtiel gleden ze langs haar tepels, ze net wel, net niet rakend. Om ze vervolgens even beet te pakken. Zacht te masseren. Heen en weer te rollen. Even heen, even terug, even heen, even terug. Even heen en ...ohhh, net zoveel verder om even dat scheutje pijn te voelen dat net geen pijn was. Ze liet haar hoofd naar achteren vallen. Nog eens, alsjeblieft nog eens.
Hij gehoorzaamde haar onuitgesproken wens. Oh zo heerlijk. Een huivering doorvoer haar lichaam. Meer, alsjeblieft meer.
Hij stopte. Plotseling verdwenen zijn vingers van haar tepels.
Drie seconden van even niets. Alleen daar te hangen. Wetend wie daar achter haar stond. Achad. De man die ze moest haten. De man die haar betoverde. Zo knap, zo aantrekkelijk, zo helemaal man. Wreed. Oh ja. Ze was het niet vergeten. Ze mocht het niet vergeten. Haar mantra, haar mantra moest haar redden. Zonder na te hoeven denken kwamen de woorden weer: hij is wreed, hij wil me onderwerpen, hij is wreed, hij wil...
Weer grepen de vingers haar tepels. Resoluut nu, niet meer voorzichtig vragend, maar brutaal. Elke keer haar tepels draaiend tot waar ze -heel even- die scheut van pijn voelde. Een kreet ontsnapte haar. Ze liet het gaan. Hij draaide haar tepels, langzaam en voorzichtig, het genot en draaide door, de pijn, haar kreet. Keer op keer. Ze had haar mantra nu niet meer nodig: hij wil me onderwerpen, hij is wreed.
Toch had ze geen moeite om zich er aan over te geven. De pijn was pijn, het genot was genot. Duidelijk herkenbaar. Elke keer opnieuw. Na het genot de pijn, na de pijn het genot. Steeds in datzelfde ritme. Zo voorspelbaar. Na elke pijnscheut begon ze te verlangen naar het genot, het genot dat altijd langer duurde dan de pijn. Dat langzaam over ging in de pijn. Maar wanneer werd het pijn? Hij veranderde niets in zijn tempo of in de kracht van zijn vingers. Maar was de pijn nog wel pijn? Net zoals het genot gleed de pijn als een lange rilling door haar hele lijf. Om op zijn hoogtepunt abrupt te stoppen. Ze merkte dat ze ook naar de pijn begon te verlangen. Die rilling te mogen ervaren. Merkte zelfs dat ze er naar verlangde dat hij verder ging. Verder doordraaide. Harder kneep. Als die rilling maar niet hoefde te stoppen. Wat gebeurde er met haar? Verlangde ze naar pijn? Van hem?
Maar hij ging niet verder. Hij stopte, even abrupt als daarvoor.
Drie seconden.
Drie seconden zijn kort. Maar voor haar waren ze lang genoeg. Lang genoeg om weer te weten wie ze was. Denise. Volwassen vrouw, zelfstandige vrouw. Advocate. Machteloos hier hangend. Maar niet machteloos over haar eigen geest. Ze zou overleven.
Aan zijn vingers zou ze niet kunnen ontkomen. Maar verlangen naar pijn, verlangen naar pijn? Dat nooit! Ze zou zich wapenen, wapenen tegen de pijn. Ze zou zich bewust zijn van die pijn, als die kwam. Ze zou voelen dat die er was. Pijn. Alleen maar pijn. Ze verafschuwde pijn. Ze verafschuwde hem. Goed. Hij wilde haar onderwerpen. Hij was wreed. Ze zou dat voelen. Pijn. Wreed. Goed. Maar niet meer dan dat.
Weer streelde hij haar tepels. Weer rolde hij haar tepels tussen zijn vingers. Ze wachtte op de pijn. Maar die kwam niet. Niet nu. In plaats daarvan cirkelde hij om haar tepels, beroerde hij even haar tepelhof, draaide en draaide hij. Mijn god. Hier was ze niet tegen bestand. Voorbereid op de pijn, was ze niet voorbereid op het genot. Niet nu dat maar doorging en doorging.
Oh, hij was wreed. Maar was dat slecht? Haar lichaam nam het van haar geest over. Ze was machteloos in haar bewegingen. Ze hing. Toch bewoog ze. Haar lichaam volgde het ritme van zijn handen. Ze besefte niet meer wat er gebeurde. Waar de handen waren. Waar hij haar raakte. Ze waren overal nu. Haar borsten, haar buik, haar rug, haar billen. Ga verder ga verder, schreeuwde haar lichaam. Raak me aan, overal. Ook daar waar ik niet aangeraakt wil worden. Ook daar.
Even was er die vinger langs haar schaamstreek. Even.
Ze zuchtte: meer meer. Nooit gehoorzaamde hij haar verlangen. Steeds trok hij zich terug. Gek werd ze ervan. Toe toe, streel me, geef me dat genot. Hoe meer ze verlangde, hoe meer hij haar ontzegde.
Dacht ze. Maar hoe kon het dan dat zijn vingers steeds meer juist daar verbleven? Dat ze steeds haar lipjes streelden, er langs gleden, haar lustknopje beroerden? Dat kon niet als hij haar verlangens ontkende. Toch deed hij dat: door steeds weer te stoppen als zij naar meer verlangde, leek het of hij haar niets toestond. Ook al namen zijn vingers bezit van haar.
Eindelijk, eindelijk gleden zijn vingers in haar kutje, moeiteloos door al haar geil. Als in een climax stortte ze haar lijf in zijn vingers. Vul me vul me.
Hij greep haar. Drukte haar tegen zich aan.
Haar man.
Nu mocht ze zich overgeven. Nu kon ze zich overgeven. Ze hoefde hem niet te zien. Hoefde niets te doen. Was machteloos overgeleverd aan zijn vingers. Zijn graaiende vingers, die zich brutaal haar kutje eigen maakte. Zijn heerlijke vingers. Alsjeblieft, laat me komen, mijn kut is van jou. Alsjeblieft, laat me komen...
Natuurlijk gaf hij haar dat niet. Hij nam alleen.
Hij stopte even abrupt als daarvoor. Alleen was ze nu tegen hem aan gedrukt. Zijn hand in haar kruis. Haar billen tegen het zijne. Zijn adem in haar nek. Wat voor zin had het zich te verzetten? Laat hem maar doen wat hij wilde. Ze was toch machteloos.
Zijn zachte lijf tegen het hare. Zijn haren in haar gezicht. Zijn adem in haar nek.
Wat?
Langzaam besefte ze dat er iets niet klopte. Haar lichaam kwam tot rust, maar haar geest ontwaakte. Haren in haar gezicht? Achad had geen lang haar. Adem in haar nek? Achad was langer dan zij, veel langer. Zij mocht dan wel hangen, maar haar tenen raakte de grond en haar benen waren gespreid. Ze voelde zijn hele lijf. Hij was niet langer dan haar, maar korter. Wie had die goddelijke vingers? Wie was hij?
Hij?
Ze voelde weer zijn borst tegen zich aandrukken. Koesterend, zacht.
Zacht? Geen harde, gespierde borst, maar zacht?
Geen borst, maar borsten?
Geen hij maar zij?
Een vrouw? Een vrouw had haar bezeten?
Vol afschuw draaide ze haar hoofd om. Sloeg haar bijna met haar gezicht.
Verschrikt liet de persoon achter haar haar los en deed een stap naar achteren.
Ongeremd in haar beweging, hangend aan de touwen, draaide Denise door.
En keek haar recht in het gezicht.
Zafira.
Het was Zafira die haar lichaam had veroverd.
Boos wilde ze uitvaren.
Snel drukte Zafira een vinger op haar mond.
“Sssst, anders alarmeer je de wacht.”
“Maak me dan los,” bitste Denise.
En toen ze dat zei, voelde ze pas weer de pijn in haar armen. Was het de draaiing die ze zichzelf had gegeven? Maar, nee, die pijnscheut was al snel weer verdwenen. De doffe, verlammende pijn had weer bezit van haar genomen. Een martelende de pijn, pijn waar niets aan te doen viel, pijn waaraan ze niet kon ontkomen. Toch was ze zich er zojuist niet meer van bewust geweest. Hoe kon het dat ze die pijn zolang niet gevoeld had? Hoe was dat mogelijk?
“Alsjeblieft, maak me los, het doet zo’n pijn.”
Weg was haar bitsheid. Een traan liep over haar wangen, haar toon was smekend geworden. Zo’n pijn...
“Ik kan je niet losmaken, en ook al kon ik het, ik zou je direct weer moeten ophangen. En dan is het nog veel erger. Veel erger.”
Zafira stapte weer op haar toe en nam haar voorzichtig in haar armen, er voor wakend haar te bewegen.
“Ik weet hoeveel pijn het je doet. Ik heb daar zelf zo vaak gehangen. Maar je went er aan. En je moet je ontspannen, niet verzetten. Dan wordt de pijn dof. En op de achtergrond als iets anders je stimuleert. Zoals mijn handen zo even.”
Denise voelde dat ze gelijk had. De pijn werd inderdaad alweer doffer en daarmee dragelijker. En inderdaad, de handen die haar genot hadden gegeven, hadden ook...
Haar handen! De handen van Zafira.
Abrupt werd ze zich weer bewust wat er zojuist was gebeurt. Hoe zij was vernederd. Meteen scheurde de pijn weer door haar lijf door haar onverwachte beweging.
En ze schreeuwde het uit:
“Waarom? Waarom jij?”
Zafira duwde haar weer van zich af terwijl ze zelf achteruit stapte. En lachte.
“Had je dan liever gewild dat het je Meester was geweest? Of Achad?”
Even was het stil.
“Je hoopte dat het Achad was.”
“Ik heb me verzet, echt waar,” antwoordde ze timide, “en het was niet zozeer hopen, ik was er van overtuigd dat hij het was.”
“Je hebt je dus verzet,” constateerde Zafira.
“Ja!”
“Ohhh, verzet.”
“Nou ja, ik...”
“Ja?”
“Ik, ik.... ik verzette me door, door...”
“Hem te ontwijken?
“Nou...”
“Je stijf te houden?”
“In mijn gedachten...”
“Wat in je gedachten?”
“In mijn gedachten....”
Oh, wat had Denise een hekel aan zichzelf. Ze wist hoe belachelijk ze klonk. Erger, ze wist dat ze er bij bloosde. Maar verdomd, ze zat in een onmogelijke positie. Nou ja, hing In een onmogelijke positie. Zo machteloos. En dan Zafira die haar zo vorsend aankeek. Vind je het gek?
Ja dus. Want was ze niet nog steeds Denise. Zelfstandige vrouw. Advocate?
Nee, nu pas stelde ze zich aan. Ze was dan wel Denise, ze droeg nog steeds die naam, maar de rest, wat stelde dat hier voor?
Zij hing en Zafira stond. Zij was niets en naakt. Zafira was eerste vrouw, en haar Meesteres. En gekleed, in een prachtig half doorschijnend gewaad.
Wat had ze dan moeten zeggen? Wat had ze dan moeten doen?
Weer was het Zafira die haar hielp.
“Ik weet best dat je je verzet hebt, ik heb het gevoeld.”
“Echt waar?” reageerde ze verbaasd.
“Nee, je hebt mijn handen niet proberen te ontwijken, of je stijf gehouden. Toch heb ik je verzet gevoeld. Voelde ik dat je niet wilde.”
Denise zuchtte opgelucht. Het had zich niet allemaal alleen in haar hoofd afgespeeld.
“Maar het was zo kort.”
Zo, die zat. Ze had gelijk. Wat stelde haar verzet eigenlijk voor. Die hele mantra van haar: hij is wreed, hij wil me onderwerpen, hij is wreed..., dat was toch een farce. Toch wilde ze niet haar ongelijk bekennen.
“Hij is wreed, hij wil me onderwerpen. Ik...”
“Ah je herhaalde mijn woorden voor jezelf. Om jezelf te beschermen.”
“Als een mantra.”
“Mantra?
“Woorden die je steeds voor jezelf herhaald, als een meditatie, als in een gebed.”
“Ahh, als een spreuk waarvan je hoopt dat hij werkelijkheid wordt.”
“Ja, precies!”
Ze schrok van haar eigen woorden: “eh nee. Ik bedoel...”
“Je hoopte dat hij je zou onderwerpen. Je verlangde naar zijn wreedheid.”
“Nee, nee! Ik haat hem.”
Zafira lachte zachtjes.
“Het geeft niet. Ik heb je toch gevoeld. Je kunt me niet bedriegen. Niet nu je hier zo hangt. Echt niet. Geef het op meisje. Je lichaam spreekt haar eigen taal. Een taal die ik veel beter versta dan jij mijn frans.”
Even hield Zafira haar stevig vast en keek in haar ogen.
“Luister nou.”
Denise voelde haar polsen zich weer spannen door de beweging van Zafira. Ze had haar vast. Zo volledig. Ze was in haar macht. Maar meer nog haar handen, waren het Zafira’s ogen die haar het beslissende zetje gaven.
Ze luisterde...
Ze luisterde.
“Ik weet dat je je verzette. In je gedachten. Maar je sloot je ogen. Gaf je over aan mijn handen. En je hoopte dat het zijn handen waren.”
Ze zweeg even.
“Maar....”
“Ssst, luisteren....”
“Je wist dat het zijn handen waren, ik weet het, je dacht het te weten. Maar nog veel belangrijker is dat je het ook hoopte. Ontken het nou maar niet. Ik ken Achad. Ik ken zijn ogen. Ik weet hoe hij praat, beweegt, kijkt. Zo afstandelijk, maar oh zo sensueel. Een vrouw moet wel voor hem vallen. Dat weet hij. En daarom handelt hij daar naar. En jij ook. Ook jij handelt daar naar. Ook al wil je het niet, je hoopt van wel.”
Denise knikte. Het was waar. Ze herinnerde zich het allemaal weer. Haar gevecht met zijn ogen. De ban van zijn stem. Zijn natuurlijk gezag waarvoor alles had moeten wijken. Ook haar eer.
Ze had hem begeerd. Had gewild dat hij haar zou beminnen. Dat zij mooi was in zijn ogen. Sensueel. Begeerlijk. Dat hij haar nam. Wreed was.
Daar was het weer, dat woord: wreed. Dacht ze aan mooi, sensueel, begeerlijk, kwam ze uit op wreed. Wat was dat toch met haar. Had Zafira dan toch gelijk?
“Dat is de wreedheid in een man,” vervolgde Zafira, alsof ze haar gedachten las.
“En man is Achad. Hij heeft het tot kunst verheven. Hij vraagt niet, hij neemt. En dat is wreed. Maar dat is wat vrouwen willen.”
Ze keek even met zelfspot naar Denise.
“Tenminste, dat is wat ik wil. En jij. Dat voelde ik toen ik je streelde. Je wilde dat ik je nam. Dat mijn handen je veroverden. Zonder te vragen. Hoe minder jij macht daarover had, des te meer je wilde dat hij nam. Dat hij wreed was. Dat hij je pijn deed. Nog meer pijn zou doen.”
“Ontken het maar niet. Ik heb je gevoeld.”
“Hij was wreed. Ja. Maar je wilde dat hij je onderwierp.”
“Maar ik wilde me verzetten.”
“Dat zei ik toch, dat heb ik gemerkt. Maar voor verzet tegen Achad is meer nodig dan het te willen.”
Denise zuchtte. Zafira had gelijk. Nog even dacht ze: ja maar, dat is niet zo moeilijk om te erkennen als je hier zo hangt. Maar dat maakte het niet minder waar, wist ze. Toch wilde ze zich niet overgeven. Ze wilde dit allemaal niet. Ze wilde niet onderworpen worden. Ze wilde niet naar wreedheid verlangen. Ze wilde zelfs Achad niet...
“Maar hoe kan ik nou... Ben ik dan aan hem overgeleverd? Wil je dat me vertellen? Dat ik me maar gewoon moet geven? Dat ik geen partij voor hem ben? Dat hij me de baas is?”
Zafira lachte.
“Natuurlijk is hij je de baas. Hij is de beul van mijn Meester. Hij is een man. En bovendien: jij hangt hier. Maar overgeven, nee, dat nooit. Niet aan Achad.”
“Maar...”
“Wat denk je, waarom ik hier ben?”
Om nog meer vernederd te worden? Denise wist het niet.
“Waarom streelde ik je?”
“Omdat je dat fijn vond?”
Weer lachte Zafira.
“Oh zeker, ik vind vrouwenlichamen heerlijk. En zeker het jouwe. Je bent een begeerlijke vrouw. Maar als ik je wilde, zou ik je wel krijgen. Daar heb ik geen touwen aan het plafond voor nodig. Ik zou je ook niet laten hangen. Want wat is er leuker voor een Slavin dan dat een ondergeschikt meisje voor haar kruipt? Haar laten kronkelen, zoals zo net, is me al te gemakkelijk. Nee, als ik je voor mijn genot wilde, had ik je laten brengen en had je mij laten kronkelen.”
“Ik wilde je laten voelen wat je nu voelde. Hoe machteloos je bent. Om je te leren dat je niet machteloos bent.”
Ze glimlachte om Denise’s verbazing.
“Je leren dat iedere vrouw macht heeft. Macht over mannen. Ook jij. Ook over Achad.”
“Maar in de eerste plaats moet je het zelf willen. Je tegen hem willen verzetten. Niet alleen met woorden, met je hele wezen. Wil je dat?”
Denise hoefde niet na te denken. Natuurlijk wilde ze dat. Haar “ja” was dan ook volmondig. Uit haar hart. Natuurlijk wilde ze niet dat een man over haar heerste. Zeker niet een man als Achad. Zo’n zo’n... loverboy. Daar had zij echt te veel persoonlijkheid voor.
“Fout.”
Hoezo fout?
“Heb je dan niets geleerd meisje? Zijn dan al mijn inspanningen vergeefs. Eiste ik niet dat je hele wezen zich tegen hem zou verzetten, nou?”
Denise aarzelde. Ze had haar gehoord. Ze dacht echt dat ze daar naar verlangde. Maar wat bedoelde Zafira dan? Waar miste ze iets?
“Meisje.”
Het klonk licht verwijtend. Oej, wat was dat vernederend. Zafira die haar meisje noemde, terwijl ze half zo oud was als zij. En eveneens Slavin. Dat had ze zelf toegegeven. En op die toon: meisje... Maar toch zo waar. Voor Zafira was ze een meisje, een meisje groen als gras.
“Wat vertelde nou alweer dat lichaam van je, hP.”
Ze draaide Denise om, haalde haar weer naar zich toe en streelde haar tepels.
“Wat vertelt je lichaam je? Ik wil niet? Of: ik wil meer?”
“Doe je ogen dicht. Beeld je maar in dat het niet mijn handen zijn, maar de zijne. Achad’s handen die je strelen. Achad die je tepels liefkozen. Je lichaam begeert. Jouw lichaam in zijn bezit neemt.”
Zafira liet haar stem dalen. Haar woorden werden traag. Fluisterend en hees klonken ze in haar oren. Namen ze bezit van haar. Werden haar handen Achad’s handen. Ze rilde van genot. Achad.
De betovering werd ruw doorbroken toen Zafira plotseling haar losliet en afstand nam.
“Zo gemakkelijk,” fluisterde ze.
“Nu, wie wilde zich verzetten?”
“Zoals jij mijn lichaam streelt, is het niet meer van mezelf,” fluisterde Denise.
Zafira knikte goedkeurend.
“Ah, meisje Denise, dat is het eerste verstandige dat ik van je gehoord heb.”
“Inderdaad, je lichaam is niet van jezelf. Dat is het waar iedere man van uitgaat. En zeker een man als Achad. En het is waar. Daarom moet je geest des te sterker zijn. Maar vooral zul je moeten accepteren dat je geest wat anders wil dan je lichaam. Dat er zich een strijd binnen jou plaats vindt zodra een man als Achad in het spel is. Een strijd die bijna altijd door je lichaam gewonnen wordt.”
“Maar dat hoeft niet. Niet als je je daar bewust van bent. Als je beslist dat je daar mee breken wilt. Als je weet wie normaal de baas is. Dat je lichaam ondergeschikt is aan je geest. Dat je lichaam genomen kan worden. Maar dat je altijd Denise blijft. Als je maar sterk bent. Ben je sterk?”
En voor het eerst aarzelde Denise. Ze wilde zo graag. Maar Zafira had haar al zo vaak op de naakte waarheid gedrukt. Ze wilde zo graag sterk zijn. Maar was ze wel sterk genoeg? Met haar tenen draaide ze zich langzaam weer naar Zafira toe.
“Ben ik sterk genoeg?”
“Als je mij vertrouwt, als je mij in alles volgt, kan ik je sterk maken. Sterk genoeg. Zelfs voor Achad. Maar alleen als je me vertrouwt. Onvoorwaardelijk. Doe je dat?”
Haar antwoord was zacht. Maar vol overgave.
“Ja...”
Zafira zuchtte. Eindelijk.
“Die, hoe noemde je het ook alweer, die eh mantra, dat was een goed begin. Alleen een mantra voor je geest is niet genoeg. Ook je lichaam heeft een mantra nodig. Maar eerst, wat zegt je lichaam je?”
Zafira draaide haar weer om en vervolgde haar strelingen.
“Het is een fijn gevoel. Mijn tepels verlangen er naar gestreeld te worden.”
“Goed zo. En verder?”
“Ze verlangen naar meer. Ze vertellen mijn lijf dat het gestreeld wil worden. Ze zeggen niet alleen meer, maar ook lager. Ohhh...”
Denise zuchtte diep.
“Ik voel mijn kut. Je strelingen gaan rechtstreeks naar mijn kut. Ik voel me warm worden. Vochtig. Ahhhh, ik wil aangeraakt worden. Jahhh... raak me aan, ook daar, streel mijn kutje. Alsjeblieft. Oh alsjeblieft.”
Oh alsjeblieft.....
Zafira stopte met strelen. Denise hijgde na.
“Ik... waarom stopte je. Ik.. oh!”
Ze slikte haar woorden in. Wat deed ze hier. Wilde ze dat een vrouw haar bevredigde? Was ze dan al zover heen? Was ze verslaafd aan lichamelijk genot?
Toch was Zafira niet boos. Maar wel wees ze haar licht verwijtend terecht.
“Wat hadden we afgesproken. Je zou luisteren naar je lichaam. Maar is het de baas? Ik dacht van niet. Beheers je meisje. En leer er van. Nou: wat vertelt je lichaam je?”
“Dat mijn geest zwak is.”
“Tsja, maar dat wisten we al. Wat nog meer?”
“Dat mijn kutje ook een eigen willetje heeft?”
“Oh ja, dat zeker, maar is dat kutje van jou dan de baas? Ik dacht toch van niet. Nee meisje, waar je van moet leren, is wat er precies gebeurt. Nou: wat gebeurt er als ik je tepels streel?”
“Lekker.”
“Behalve dat?”
“Dat er seintjes naar mijn kut gaan.”
“Juist, seintjes naar je kut. En voel nou niet die kut van je, maar die seintjes. Analyseer ze. Beschouw ze. Neem afstand. Goed zo. Het zijn maar seintjes. Zenuwbanen.”
“Ik streel je. Je voelt je kut. Je voelt hoe die op die seintjes reageert. Analyseer. Beschouw. Neem afstand. Je wordt nat. Je kut trekt samen. So what.”
Weer streelde Zafira haar tepels. Ze gehoorzaamde haar bevelen. Dacht alleen aan wat er met haar gebeurde. Nam afstand. Voelde zich nat worden.
Dus zo reageerde haar lichaam. Ze hoefde niet opgewonden te zijn om geil te worden. Nat worden was een lichamelijke reactie. Opgewonden zijn een geestelijke. Die twee hadden niets met elkaar te maken. Zo kon je verkracht worden, en geil, zonder dat je het wilde. Zonder dat je opgewonden was. Zonder dat het pijn deed ook. Werd je het slachtoffer van kundige handen. Werd je verkracht en misbruikt. Was je weerloos. Slachtoffer. Slachtoffer van mannen. Mannen die je gebruikten voor hun eigen lust. Mannen die met je deden wat ze wilden. Jou geil maken. Zonder dat je er iets over te zeggen had. Geil maken, omdat jij hun gewillig instrument was. Je kut naar hen lieten verlangen. Verlangend om geneukt te worden. Verlangend om verkracht te worden. Daar kon ze niets aan doen. Geil maken. Geil worden. Geil geil geil...”
De vingers stopten...
“Doorgaan,” fluisterde Denise, “alsjeblieft doorgaan... ik ben zo geil... zo geil.”
En Zafira ging door.
“Ben je geil? Wil je genomen worden. Moet ik je verkrachten. Moeten mannen je verkrachten...”
“Jaaaaah...”
Abrupt stopte Zafira weer. Zei niets. Wachtte alleen.
Langzaam kwam het lichaam van Denise weer tot rust. Stil hing ze weer aan de touwen. Haar polsen lieten zich weer voelen. De doffe pijn kwam weer terug. Wat had ze gezegd? Wat had ze gedacht? Erger: waar had ze naar verlangd?
Ze opende haar ogen om ze beschaamd neer te slaan.
Hoe terecht was het dat ze hier hing. Ze was een slet. Ze verdiende het misbruikt te worden.
“Meisje meisje, natuurlijk verlang je er naar verkracht te worden. Welke vrouw doet dat niet? Maar dat wil nog niet zeggen dat je ook werkelijk wilt dat dat gebeurt. Het is je lichaam dat dat wil. Je lichaam dat je geest leidt. Alleen al door te beseffen dat je niets over je kut te vertellen hebt. Daardoor leidt je kut je geest. Je kut wil meer. Je kut wil dat je je overgeeft. Je kut wil dat je gehoorzaamt. Je kut wil bevredigd worden. En wie beter dan mannen kunnen je kut bevredigen? Want je bent een vrouw die van mannen houdt.
Natuurlijk wil je dan door hen bezeten worden. En als je machteloos bent in hun handen, als ze je nemen zonder je toestemming, als ze je verkrachten...
dan hoef je je niet schuldig te voelen.”
“Nou, wat leert dat je.”
“Dat ik een slet ben.”
“Ah, maar dat is iedere vrouw.”
“Dat ik er van hou misbruikt te worden...” ze fluisterde nu bijna.
Zafira zuchtte.
“Dat je kut wil dat je misbruikt wordt. Je kut wil gebruikt worden. Zodra die geil is, heb je geen keuze meer. Vindt je kut. Maar heeft je kut wat te vinden? Nou, wie is hier nu de baas, jij of je kut?”
Timide antwoordde Denise vragend: “mijn kut?”
“Een beetje moed meisje. Een beetje kracht. Waar is die zelfstandige Denise gebleven? Ah, ik weet dat dat komt omdat je hier hangt. Dat je je niet langer een houding kunt geven. Dat ik bepaal wat er met je gebeurt. Zo gemakkelijk is het dan om je te vormen. Dat ligt niet aan jou. Je bent er alleen gevoelig voor. En dáárvan wil ik dat je je bewust wordt. Wat ik kan, kan Achad ook. En beter. En wil je aan hem onderworpen worden? Nou?”
“Nee,” antwoordde ze zacht: “maar al wat je me duidelijk maakt is dat ik zo zwak ben, zo machteloos. Als ik me niet tegen jou kan verzetten, die me zo probeert te helpen, hoe kan ik dat dan tegen Achad?”
“Door streng voor jezelf te zijn. Hard. Meedogenloos. Neem afstand van je lichaam. Minacht die lichamelijke verlangens. Minacht je eigen geilheid. Weet dat je kut wil dat je verkracht wordt. Maar jij niet. Zeg dat hardop tegen jezelf. Vooruit, probeer het!”
“Ik..”
“Nee: mijn kut!”
“Mijn kut wil ehh verkracht worden, en eh ik vind eh wil eh...
“Duidelijker!”
“Mijn kut wil verkracht worden, maar ik wil dat niet.”
“Goed zo, maar nu met overtuiging.”
“Mijn KUT wil verkracht worden. IK WIL DAT NIET. IK ben de baas. Niet mijn Kut. Ik ben de baas over mijn kut.”
“Heel goed meisje. Eens kijken of je dat in de praktijk kunt brengen.”
Zafira begon haar tepels weer te strelen. Denise liet het gaan. Repeteerde haar nieuwe mantra. Ik ben de baas. Niet mijn kut. Ze voelde zich weer nat worden. Ik ben de baas. Niet mijn kut. Ik ben de baas. Ze wilde niet meebewegen. Ze voelde het verlangen verder aangeraakt te worden. Ik ben de baas. Ze spande al haar spieren. Niet mijn kut...
Zafira stopte plotseling.
“Waarom span je al je spieren. Waarom verstijf je? Wat denk je dat er gebeurt als je dat bij Achad doet, nou?”
Denise wist het niet.
“Dit!” beet Zafira haar toe.
En gaf haar een harde slag in haar kruis.
Denise schreeuwde het uit. Ook door de nieuwe pijn in haar polsen. Wilde haar benen sluiten. Kon dat natuurlijk niet. Waardoor haar polsen nog meer te verduren kregen. Ze wilde gaan huilen uit wanhoop.
“Stop dat! Niet janken nu, maar doorgaan.”
“Wees sterk in je geest. Maar laat je lichaam ontspannen. Sta niet toe dat het je verraad.”
“Of wil je dat ik doorga met je slaan? Zeg het maar, meisje. Nu heb je nog een keus, straks niet meer.”
“Alsjeblieft, niet slaan, alsjeblieft,” fluisterde Denise.
“Ik zal het proberen, als je maar niet slaat, niet op mijn..., wat moet ik doen?”
“Ik zal je leiden.”
“Begin met je te ontspannen. Wees je bewust van je lichaam. Van je polsen, je armen die pijn doen door het hangen, je schouders ook. Je benen zo wijd gespreid, je kut geopend. Voel ook je borsten, je tepels. Nu nog zonder prikkeling, maar voel ze. Voel je ze?
“Ja...”
“Goed, denk aan dat ik ze straks weer ga strelen. Voel alvast de prikkeling. Voel dat je daar geil van gaat worden. Bereid je daarop voor. Weet dat je kut naar meer gaat verlangen. Maar jij niet. Jouw geest heeft zich van je kut afgesloten. Je geest wil buiten je geilheid blijven. Je geest is afgesloten. Je lichaam dood. Je tepels, je kut, hun verlangens zijn ergens anders. Niet meer van jou. Voel je dat?”
Nauwelijks merkbaar antwoordde ze:
“ja..”
Zafira begon haar weer te strelen. Heel langzaam, heel voorzichtig, zo haar volop de gelegenheid gevend zich er voor af te sluiten.”
“Voel de tinteling in je tepels. Voel hoe dat zich over je hele lijf verspreid. Maar het is slechts een tinteling. Jij blijft er koud onder. Onverschillig. En als ik je tepels sterker stimuleer, voel dan het dan naar je kut trekken, zo...., maar je lijf blijft dood; voel hoe zich je kut weer samentrekt, nat wordt, maar je blijft dood, je lijf is ergens anders, je bent meester over je geest, je bent baas over je kut, ook als ik je nog sterker prikkel; laat die rilling maar door je lijf gaan, goed zo, het is slechts je lijf, jij bent dood, je geest is sterk, jij bent koud, je kut staat buiten je, ook al raak ik hem aan; voel het aankomen, bereid je voor, die zachte streling, je kut wil meer, je geest niet, laat dat verlangen, laat het over je heen gaan, jij bent baas over je kut, je kut wil wat het niet zal krijgen, je kut is niets, je kut zijn slechts zenuwen, zenuwen die geprikkeld willen worden, ook al eist je kut, jij geeft haar niets; je kut laat je onverschillig, voel het verlangen van je kut, voel haar verlangen naar meer; maar je minacht dat verlangen...”
“en als je kut eindelijk krijgt wat ze verlangt, dan staat het al buiten jou; als mijn vingers je vullen, voelen ze slechts week en nat vlees, niet meer van jou, slechts een kut die gevuld wordt, een kut die je koud laat, jij die koud bent, onverschillig; voel jezelf hangen, voel de pijn aan je polsen, voel het nutteloze van mijn vingers in je kut; goed zo, voel dat je het kunt, voel dat alles wat ik doe van je afglijd, zeg mij maar na, hardop: ik ben dood en koud...”
“Ik ben dood ... en koud.”
“Mijn kut ben ik de baas.”
“Mijn kut ben ik de baas...”
Voorzichtig bleef Zafira bewegen terwijl ze Denise met haar woorden steeds meer in een trans bracht. Bewust bewoog ze monotoon, en wisselde ze voortdurend van kut naar tepels naar kut.
“Goed zo, blijf doorgaan, ook als ik straks gestopt ben, blijf doorgaan met praten.”
“Ik ben baas over mijn kut, mijn kut staat buiten mij...”
Denise nam de woordenstroom van Zafira over.
“Voel dat je ontspannen blijft, dat alle strelingen alleen maar je lijf betreffen. Voel je onverschilligheid. Goed zo.”
“...mijn kut is van mij, ik ben baas over mijn kut, mijn kut bevind zich buiten mij...”
“En ga zachter praten nu. Ja doorgaan, maar zachter, steeds zachter, steeds zachter, tot je bijna fluistert, tot ik je bijna niet meer horen kan.”
“...ik ben baas over mijn kut, buiten mij is mijn kut...”
“En nog steeds praat je verder, alleen je lippen bewegen niet meer, je woorden klinken alleen nog in je hoofd, want je bent meester over je geest, meester over je lichaam; ook al streel ik je verder, zoek ik de pijn op, het doet je niets, je bent ver weg: laat die pijn maar toe...”
“en mijn vingers, die graven in je kut: laat maar toe...”
“mijn vingers, ze vullen je kut, ze strelen je klit: laat maar toe...”
“je hangt alleen, je bent alleen, je geest is van jou, jij bent meester over je kut....”
Haast onmerkbaar stopte Zafira met haar woorden, stopte ze met haar strelingen.
“Je kunt het, wees sterk,” fluisterde ze als afscheid.
En net zo ongemerkt als ze gekomen was, verliet ze Denise.
Alleen met haar gedachtes.
Haar ogen gesloten.